Als u op internet op zoek gaat naar het begrenzen van boten dan komt u veel informatie tegen. Zowel positief als negatief en zowel juist als onjuist. Ook wij hebben deze informatie opgezocht en gelezen en willen u daarom goed informeren over de geldende wet- en regelgeving omtrent het begrenzen van motorboten. Om de juiste informatie boven tafel te krijgen is onderzoek gedaan naar de geldende wet- en regelgeving voor scheepvaart in Nederland.
Leeftijd en snelheid – wat zegt de wet- en regelgeving?

Voor wat betreft leeftijd, lengte van de boot en de snelheid die een boot maximaal mag varen is het BPR duidelijk. In Artikel 1.09. Sturen van een schip is het volgende opgenomen:
- Een schip mag niet varen, indien het sturen niet wordt verricht door een daartoe bekwaam persoon. Voor deze persoon geldt:
- a. een minimum leeftijd van 18 jaar voor het sturen van een snelle motorboot;
- b. een minimum leeftijd van 16 jaar:
- 1°. voor het sturen van een groot schip,
- 2°. voor het sturen van een klein motorschip niet zijnde een snelle motorboot en niet zijnde een klein open motorschip met een lengte van minder dan 7 m waarvan de hoogst bereikbare snelheid ten opzichte van het water niet meer is dan 13 km per uur, en
- 3°. voor het sturen van een zeilschip met een lengte van 7 m of meer;
- c. een minimum leeftijd van 12 jaar voor het sturen van een klein open motorschip met een lengte van minder dan 7 m waarvan de hoogst bereikbare snelheid ten opzichte van het water niet meer is dan 13 km per uur.
Scheepstype
In Artikel 1.09. wordt gesproken over verschillende scheepstypen. Ter verduidelijking zijn hieronder een aantal definities opgenomen uit Artikel 1.01. Betekenis van enkele uitdrukkingen, onderdeel A. Typen schepen van het BPR:
- schip: elk vaartuig met inbegrip van een vaartuig zonder waterverplaatsing en een watervliegtuig, gebruikt of geschikt om te worden gebruikt als een middel van vervoer te water;
- motorschip: schip dat gebruik maakt van zijn mechanische middelen tot voortbeweging, met uitzondering van een schip waarvan de motor slechts wordt gebruikt ter verbetering van zijn bestuurbaarheid, wanneer het wordt gesleept of geduwd;
- groot schip: schip niet zijnde een klein schip;
- klein schip: schip waarvan de lengte minder dan 20 m bedraagt, waartoe als de lengte wordt aangemerkt de afstand van de voorkant van het voorste tot de achterkant van het achterste vaste deel van de romp, zonder de boegspriet, de papegaaistok en het trimvlak, zulks met uitzondering van
- a. een schip dat een groot schip sleept, assisteert, duwt of langszijde vastgemaakt meevoert;
- b. een passagiersschip;
- c. een veerpont die vaart op een vaarweg van klasse II of hoger, zoals vastgesteld door de Conférence Européenne des Ministres de Transport en opgenomen in de Richtlijnen vaarwegen zoals periodiek vast te stellen door de Minister van Infrastructuur en Milieu;
- d. een vissersschip;
- e. een duwbak;
- snel schip: groot motorschip, dat met een snelheid van meer dan 40 km per uur ten opzichte van het water kan varen;
- snelle motorboot: klein schip dat, bij gebruikmaking van zijn mechanische middelen tot voortbeweging, sneller dan 20 km per uur ten opzichte van het water kan varen.

Vaarbewijs
In het Binnenvaartbesluit is in artikel 16 opgenomen wanneer iemand een klein vaarbewijs nodig heeft. Een klein vaarbewijs is vereist voor het voeren van:
- a. schepen met een lengte van ten minste 15 en minder dan 20 meter die niet behoren tot de in artikel 14, eerste lid, onderdelen b, c, en d*, bedoelde categorieën;
- b. pleziervaartuigen met een lengte van ten minste 15 meter en minder dan 25 meter;
- c. sleepboten, duwboten of sleepduwboten met een lengte van ten minste 15 meter en minder dan 25 meter, indien:
- 1°. ze blijkens een verklaring van Onze Minister uitsluitend worden gebruikt als pleziervaartuig, en
- 2°. ze overeenkomstig de voorwaarden gesteld op die verklaring worden gebruikt, of
- d. schepen met een lengte van minder dan 15 meter die door middel van de eigen mechanische voortstuwingsmiddelen een snelheid van meer dan 20 kilometer per uur ten opzichte van het water kunnen bereiken, en niet behoren tot de in artikel 14, eerste lid, onderdelen b, c, d en e*, genoemde schepen.
* Artikel 14 van het Binnenvaartbesluit gaat overschepen waar een groot vaarbewijs voor vereist is.
Conclusie wet- en regelgeving
Op basis van bovenstaande artikelen en bepalingen uit het Binnenvaart Politie Reglement (BPR) en het Binnenvaartbesluit hebben wij het volgende vastgesteld:
- Kinderen van 12 tot 16 jaar mogen in een motorboot varen die korter is dan 7 meter en niet meer dan 13 km per uur kan varen ten opzichte van het water.
- Jongeren van 16 jaar en ouder mogen (o.a.) in een motorboot varen die niet meer dan 20 km per uur kan varen ten opzichte van het water.
- Jongeren vanaf 18 jaar en volwassenen mogen in een snelle motorboot varen, mits zij in het bezit zijn van een klein vaarbewijs 1 of 2.
Boetes
In veel gevallen gaat een kleinere boot met een niet al te grote motor al gauw sneller dan 13 km per uur. Dat betekent dat het niet toegestaan is om kinderen onder de 16 jaar, of onder de 18 jaar als de boot sneller vaart dan 13 km per uur en langzamer vaart dan 20 km per uur, in deze boot te laten varen. Laat u dit toch toe, dan kan een politiecontrole een erg vervelende uitkomst hebben. Op het water gelden hoge boetes. Ter illustratie, voor het varen zonder vaarbewijs in een boot waar een vaarbewijs plicht voor geldt krijgt u een beschikking van €550 euro. Voldoet de boot dan ook nog eens niet aan andere eisen die in het BPR zijn opgenomen, dan kunnen de boetes oplopen tot meer dan €1.000. Neem vooral eens een kijkje op vaarbewijs.nl voor de actuele boetes.
Het mag
Wij hebben na ons onderzoek de conclusie getrokken dat het begrenzen van een motorboot door middel van mechanische begrenzing binnen de grenzen van de wet- en regelgeving valt. Door de begrenzing wordt de maximale snelheid van de boot beperkt en daarmee valt deze binnen de geldende regels. Maar hoe zit het dan als u zelf weer met de boot wil gaan varen? De bootbegrenzers van bootbegrenzer.nl zijn voorzien van een ABUS Titalium hangslot. Met de bootbegrenzer geïnstalleerd en het hangslot bevestigd vaart de boot tot maximaal de afgestelde snelheid, 13 km per uur voor kinderen tot 16 jaar of 20 km per uur voor jongeren vanaf 16 jaar. Als u zelf wil gaan varen dan haalt u het slot van de begrenzer en koppelt deze los. Daarna kunt u vrijuit varen.
Door het begrenzen van uw boot met behulp van een begrenzer van bootbegrenzer.nl kunt u uw (snelle) motorboot geschikt maken voor het varen door kinderen, jongeren en volwassenen.
Wij hebben onze conclusie ook getoetst bij waterpolitie en RDW. Kijk op de pagina Handhaving voor de uitkomst.